Is vlees nog vlees, is een beetje de vraag. Als ik het aan kinderen vraag weten ze eigenlijk niet veel beter dan dat alles een beetje hetzelfde is. Het ene is wat zachter dan het andere, of heeft een wat andere kleur, of een andere consistentie zoals bijvoorbeeld gehakt. Als ik wat bij een biologische slager haal krijg ik 9 van de 10 keer het commentaar dat het teveel naar vlees smaakt in plaats van naar de eenheidssmaak die ze gewend zijn. Het heeft volgens mij te maken met geld, gemak en snelheid. Geld, omdat de Nederlander eet met zijn portemonnee, en je kunt uitrekenen dat een gemeste koe die 2 jaar in de wei heeft gelopen duurder is dan een koe die 6 maanden in een soort kist krachtvoer heeft staan eten. Gemak, natuurlijk, wat is er handiger dan de supermarkt die tegenwoordig tot 21.00 uur open is. We vergeten alleen dat bijna geen één supermarkt nog een slagerij heeft en de consument slechts de keuze biedt tussen een gele, rode, blauwe of groene verpakking binnen het assortiment vlees en gevogelte. Heeft ook weer te maken met geld want het is natuurlijk op deze manier veel goedkoper dan de ambachtelijke slager, wat wij weer merken aan de kassa. Snelheid is ook een belangrijke factor daar we met z’n allen in een moordend tempo vlees eten. Was vlees een aantal decennia geleden nog iets voor de happy few, en zelfs dan vaak nog 1 à 2 keer per week, nu is het dagelijkse stukje vlees vrijwel niet meer van ons bord weg te denken. Binnen het hoofdstuk snelheid speelt ook de voorplanting nogal een rol, dat doen we namelijk als konijnen. Er komen dus steeds meer mensen, die voor steeds minder geld, steeds meer willen eten, want daar heb ik het nog niet eens over gehad, we eten per persoon ook steeds meer. Wat te doen?
Zorgen dat vlees weer vlees wordt, omrijden voor een ambachtelijke slager die nog echt vlees verkoopt en daar ook iets meer voor willen betalen. Misschien ook wat minder vlees eten, wat meer groentes (biologisch, want lekkerder en gezonder). Wat vaker vis kan ook geen kwaad, hoewel je hier ook al ontzettend moet oppassen dat je niet in de gekweekte jongens verzeild raakt.
Hier in Andorra weten ze in ieder geval nog hoe vlees moet smaken, ouderwets lekker!!
Julius,
Wat lees ik je toch graag!