“Een scheepskameel is een drijver of een systeem van drijvers, dat aan een schip verbonden werd om de diepgang ervan tijdelijk te verminderen” aldus Wikipedia, maar het is ook het nieuwe restaurant van de mannen van Rijsel op het (voormalige) marineterrein naast het Scheepvaartsmuseum.
Wie onder de poort van de Kattenburgerstraat 7 door rijdt gaat goed, alsmaar rechtdoor, om het gebouw op poten heen, dan even abbiegen naar links, je rijdt tegen een roodstenen gebouw, effe rechts en dan aan het einde (voor de fietser, het is over het bruggetje bij Hanneke’s Boom), daar dus helemaal. Het ontbreken van signalering is omdat dat (nog) niet mag, dat woord “voormalig” staat niet geheel onterecht tussen haakjes in het begin. Parkeren voor de deur!
Mooie lange ruimte, veel licht, erg open, open keuken ook, met spoelkeuken aan de zijkant, wat als nadeel heeft als je daar naast zit, en daar zat ik, het een hoop herrie geeft.
De menukaart is leuk; 1. rauw 2. groente 3. vis/vlees 4. kazen 5. dessert, de wijnen top (uitsluitend Duits), en de bediening zoals je dat eigenlijk overal wilt maar zelden tegenkomt.
Er komt een plakje grove leverworst met wat zoetzuur en wat jambon de Bayonne van het huis en als eerste gerecht ceviche van kabeljauw met zoete aardappel, limoen en koriander. Het is exact wat er is vermeld op de kaart, niets meer, mooie zuren erg lekker. Tafelgenoot (zoon Max) gaat voor runderbavette (tartaar) met mayonaise en cantharel waarin ik volgens mij een hint van tijm of rozemarijn bespeur.
We drinken een Malterdinger Bienenberg Weißer Burgunder van Bernhard Huber (D, 2015) en gaan door met kartoffelkuchen met uiencompôte en 64º ei voor mij en mais met spekbonen, paprika en beurre blanc voor Max. Mijn gerecht is een prettige mix van krokant, rijk ei, zoet van de ui, typisch een gevalletje comfort, en Max die zich verheugt had op bonen met spek (maar spekbonen is een soort vlezige sperzieboon) zet zich over zijn carnivore teleurstelling heen en geniet van de mais, ondanks dat we de beurre blanc niet kunnen vinden.
Door met kalfsgebraad, ik denk dan aan een stuk gaar gegaarde kalfsrollade of zo, maar dit is mooi rosé gebraden kalf wat richting rund gaat, met stukjes kalfstong en zwezerik in de saus. We drinken er Centgrafenberg Spätburgunder van Klingenberger (D, 2013) bij, wederom een uitstekende suggestie van de lieve mevrouw die over ons waakt.
De Twentse hooikaas is super (hoe kunnen ze het doen voor € 3,50), alsmede de crémet-du-cap-blanc, beiden worden weliswaar te koud geserveerd maar de kleine bordjes die erbij komen en net de spoelkeuken (dus warm) hebben verlaten zijn dè oplossing!
We nemen eigenlijk nooit een dessert, maar Max, arme student, denkt “uit is uit” en gaat voor de chocolade brownie met hazelnoot, dus ik voor de madeleines met sabayonroom. 3 warme perfect gebakken madeleines, lekkere room, mooie afsluiting… Maar dan, een vierkant blokje brownie, met een surplus van een bolletje ijs. Beetje lullig liggen ze samen op een bordje, moet je je voorstellen dat je geen ijjs neemt en je alleen dat blokje krijgt… maar Holy Mack, wat een waanzinnige brownie, the best ever, iedere superlatief doet deze brownie tekort, zeldzaam lekker, de reis alleen al waard.
De rekening, rauw onder een tientje, groente allemaal 8, vis/vlees rond de 15, kaas 3,50, desserts 5,50 maakt een “menuprijs van ± € 42, mooi geprijsd. De Duitse wijntjes tikken aardig aan, maar daar ben je zelf natuurlijk bij. Topadres, maar dat vond Hiske ook al afgelopen zaterdag (9- in het Parool).