In Noord-Frankrijk is culinair niet veel te beleven, en in de buurt van Nancy/Metz moet je een sterretje met een vergrootglas zoeken. We slapen in het Golden Tulip, mèt aanpalend Casino in het feestdorp Amnéville. In het dorp ernaast, Hagondange, staat tegenover het station, restaurant Quai des Saveurs. We zijn de eerste gasten en krijgen een tafeltje onder een luid brullende warmte-ventilator, dus we verhuizen naar de laatste vrije tafel in het nog verder lege restaurant, de rest is gereserveerd, recht tegenover de muur-aquarium.
We kennen een wat moeilijke start, de maître moet nog wat ontdooien, en omdat ik over 2 dagen stop met drinken verwennen we ons zelf met een Pulligny Montrachet van Domaine Leflaive (F, 2015). Als amuse bouche starten we met een stukje rogvleugel met schuim van mosterd en een gelei van witte wijn wat prima is, terwijl de zaak langzaam vol loopt. De ober moet 3 x herhalen wat hij neerzet, zo snel en moeilijk praat hij, de maître verlost hem uit zijn lijden. De rest van de gasten krijgen overigens allemaal andere amuses in een wat uitgebreidere variant. Vreemd!
We nemen het menu ‘origine’ waarvan men niet wil vertellen wat erin zit, behalve dat het ook producten uit de buurt zijn, en ook in het seizoen, maar net wat exclusiever dan het menu Substance. De foie gras maison wordt neergezet door de slecht-communicerende ober, de beschrijving wordt afgerateld en op mijn vraag wat voor foie het is zegt hij “foie gras”, hoe is het dan gemaakt? “Foie gras…”, “Is het ‘en terrine’, ‘en torchon’, een mousse, een crème? “Foie gras” herhaalt hij maar weer. Ik word link, de man vertrekt zonder een woord te zeggen, en de maître komt het uitleggen. Terrine van foie, met zaden, gel van oxalis (klaverzuring), en brood van Jean-luc Poujauran, die in zijn laboratorium in Parijs voor 352 chefs in de wereld brood bakt. Foie is goed, brood is okay.
Ondertussen is het kwartje gevallen, de maître heeft me op basis van mijn achternaam uitgecheckt, “Aaah vous êtes foodblogger…” en ineens worden we vrienden. De homard blee (kreeft) uit Bretagne met mousse van de corail, bouillon van groentes met yuzu en basilicumolie, is heerlijk.
Mijn vriend Gijs wil wat anders drinken bij het pièce, hij is into oude wijnen en wil een Volnay uit 2008. De maître die ook sommelier is kijkt direct moeilijk en noemt het een ‘vin fatiguant’, een vermoeiende wijn. We gaan op zijn aanraden aan de Beaune 1er Cru Clos des Mouches van François Gaunoux (F, 2013). De wijn heeft nooit geen hout gehad zegt hij, en Gijs trekt een wat zuinig bekkie… Hij blijkt waanzinnig.
Er komt heerlijke gestoomde rouget, volledig ontgraat en de filets weer aan elkaar geplakt, met een (beetje) vissaus, artisjok, aardappel en ui.
Een palleron de boeuf wordt ook wel poormans ribeye genoemd, en is een stuk van de schouder/onderrib. Erbij komt een stukje cèpe (eekhoorntjesbrood), schuim van cèpe, aubergine met miso, en een gefrituurd blaadje ananas-salie.
Het prédessert, een wentelteefje van panettone-crumble, ijs van ratafia (zoete champagnedrank zonder bubbels) en kleine druifjes, is waanzinnig.
Dezelfde ober als in het begin bij de foie komt bij het dessert niet verder als “cèpe et chocolat”, we houden het zo, prima!
Resumerend, lekker gegeten, mooie wijnkaart en een hoop kennis bij de maître. Een wat stroeve start, maar een prima einde hoewel Gijs het niet kan laten te klagen over het feit dat de tocht na afrekenen aan tafel tot de voordeur eenzaam is en je door niemand uitgeleide wordt gedaan.
Quai des saveurs|69 rue de la Gare|Hagondange|F