Kreeg gisteren een reactie van Cor over kurkentrekkers en kurken, onderstaand een stukje wat ik eerder voor de Wijnkrant schreef.

Nog even iets anders, ik kook zondag op de country Fair in Doorn en ben gisteren even gaan kijken. Ontzettend knus en leuk, grazende koeien en catering van mijn oude vriendin Zöe, van de Laurier. Ik maak zondag vanaf 11.00 2 keer een 7-gangen menu van ter plaatse gekochte producten.
Komt allen!!

Het einde van de kurkentrekker nadert nu de schroefdop in opmars is. Boze tongen beweren dat binnen 10 jaar 90 % van de wijnen voorzien zal zijn van een schroefdop, en alleen de toppers een (echte) kurk houden. Achterliggende gedachte van dit gegeven is natuurlijk geld en dat de kurk geen negatieve rol meer kan vervullen bij de ontwikkeling van een wijn. Verder worden goede kurken steeds schaarser (lees: duurder!) en is een schroefdop veel makkelijker in het gebruik. Rest eigenlijk alleen de charme en het ritueel van het ontkurken van een fles wijn.

Maar wat nu te doen met al die kurkentrekkers en die hele industrie, gaat die verdwijnen? Ja, je zou denken van wel. Alle scherts-kurkentrekkers gaan uiteindelijk naar de outlets, de top blijft over. De dure maar o zo goede Screwpull levers, de handgemaakte Laguiole’s, de verzilverde kelnersmessen, deze zullen wel blijven. Niet alleen geweldige kado-artikelen, maar ook echte hebbedingen. Wat gaat er verder nog gebeuren?

Het ontkurken van een fles wijn zal een nog groter ritueel worden, nog exclusiever. De mensen zullen elkaar niet alleen meer de loef afsteken met de kwaliteit en de herkomst van hun flessen maar ook met kurken. “Joh, heb jij nog een echte kurk, die heb ik lang niet meer gezien, de laatste keer was bij mijn overleden grootvader, volgens mij heeft m’n vader er nog een paar uit een erfenis”. Kurken zullen gespaard gaan worden, geruild en uiteindelijk worden verwerkt in interieurs, kunstwerken en anderszijds (de nieuwe brasserie van Alain Ducasse in Parijs, aux Lyonais, puilt nu al uit van de ingelijste kurken, en die komen niet uit de aldaar aangeboden flessen).

Ondanks dat ik ook wel eens ruzie heb gehad met een kurk, met slechte kurkentrekkers kurken heb afgebroken, met messen en schroevendraaiers de boel heb proberen te repareren, pleit ik toch voor het behoud. De talloze malen dat ik met een fles wijn in de hand, maar geen kurkentrekker, me toch heb weten te redden, ten spijt. Alle keren dat ik met nieuwe trekkers, pompjes, electrische openers en andere uitvindingen heb lopen klooien doen geen afbreuk aan mijn liefde voor de kurk.

Zelf hoop ik natuurlijk dat het allemaal wel los loopt met die schroefdop en dat bijvoorbeeld de kunststof kurk doorzet. Vanwege de charme, het ritueel en niet te vergeten de handel, aan een schroefdop valt niet heel veel te verdienen als het gaat om accesoires (denk aan de verzilverde schroefdoptang, een hele kleine markt). Voor de wijnhandel kan het overigens ook van invloed zijn, per saldo worden er immers meer flessen geopend als er af en toe eens een kurk heeft.

Nee, houd alles maar bij het oude, ik ben net een jaar of dertig gewend aan de kurk!


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.