We hebben na de bouillabaisse een tukje gedaan en ’s avonds was het tijd voor onze pork-chops met peterselie-aardappeltjes, lekker op het open vuur. Op de woensdag is het tijd voor “geen plan”, wat er dan ook niet komt. Een kort solo-uitstapje naar La-Croix-Valmer voor vers brood en verder hangen in en om het huis met een boekje.
Slaatje voor de lunch en ’s avonds een groot stuk runderrib wat plotseling even wordt voorgekauwd door onze jongste hond. Die bassets zijn kleine hondjes, totdat ze rechtop tegen het aanrecht gaan staan. Ons Franse aanrecht is 20 cm lager dan ons Nederlandse, hij grijpt zijn kans en voordat ik het weet sta ik als een Steve Irwin zijn kaken uit elkaar te trekken. Enfin, even onder de koude kraan en het stuk wat echt al in zijn slokdarm zat eraf gesneden.
De donderdag staat in het teken van een gezellige lunch met vriend B en zijn vrouw in het nabij gelegen Sainte-Maxime. We pakken even de “brocante” mee in Cogolin, maar het regent en het is triest. De volgende tristesse dient zich aan in Port Grimaud waarvan we beiden dachten dat dat heel leuk is maar ook dit valt wat tegen, de weg naar Sainte-Maxime daarentegen is wonderschoon.
De lunch bij La Reserve is supergezellig en nog lekker ook. Klassieke slakken en heerlijk artichauts à la barigoule waarna een stukje tarbot gedeeld met de vrouw. Glaasje Miraval (jeweetwel, van Brad en Angelina) erbij, heerlijke middag.
De slager in La-Croix-Valmer heeft een prachtige côte de veau liggen en as we speak steekt onze pyromaan (mijn vrouw) de buitenhaard aan. Hatsa!!
Vrijdag is onze laatste dag en lunchen we in La Brigantine (morgen meer!). Zaterdag gaan we vroeg weg, maar door de slechte ontsluiting van dit gebied duurt het sowieso een ruim uur voordat we een beetje snelheid kunnen maken wat bij Orange en Lyon weer fors wordt teruggedrongen. Zaterdag is echt de slechtste dag van de week om te rijden, wat een drama! De stop in Château de Courban maakt echter weer een hoop goed.
.