Ik was dus naar Chicago, maar ik heb expres even gewacht met mijn culinaire belevenissen aan boord van de trotse zilveren vogel. Ik wilde dolgraag de proefsessie van vanochtend meemaken en was bang dat ze me eruit zouden kicken als ze het volgende zouden lezen. Daar gaan we, op hoop van zegen.
De KL 611 naar Chicago heeft op 10 maart ruim anderhalf uur vertraging, hetgeen pas duidelijk wordt als we al door de controle zijn en de helft van de boardingpass hebben ingeleverd. Er is dus geen weg terug meer. Overigens zo duidelijk is het helemaal niet, ik hoor toevallig de ene bewaker tegen de andere zeggen dat het nog wel even gaat duren. Bij navraag bij het grondpersoneel wordt me verteld dat het hoogstens nog een kwartiertje duurt, dat wordt dus een uur! Zonder enig bericht. Enfin, de stemming zit er goed in, maar ik verheug me in ieder geval op de lunch, het is immers 12 uur. Ik heb geluk vandaag, Cees Helder van Parkheuvel (***) heeft zich met de kaart bemoeit, dat komt goed. De alleraardigste stewardess schenkt me een glaasje Van Zylshof Chardonnay (SA, 2003) in en komt met het plateau. Het voorgerecht bestaat uit een creatie van garnalen en knolselderij waarbij de zgn. gebakken garnalen (no way gebakken, wel knapperig) tussen en onder een plak knolselderij, wat haricots verts en een paar sinaasappelpartjes liggen. Hierbij een lavendeldressing, waarin ik absoluut geen lavendel kan ontdekken. De combi is een beetje raar, bitter-zoet, en de knolselderij voegt weinig toe. De bijgeleverde salade is okay, vinaigrette en kaasvlokjes prima, alleen de geroosterde courgette is slap en vies. We gaan door met de lamsfilet met flageolets, waarvan het vlees zeker de moeite waard is. De flageolets zijn helaas niet helemaal gaar, de gratin van rettich is waterig, de tomaat is veel te gaar en de bijgeleverde pasta is te droog en aan de rand gewoon hard en verkleurd. De kruidenkorst op het vlees is lekker en heeft geen zout en peper nodig, de saus heeft een klein bittertje. Terwijl we over IJsland vliegen, dat is natuurlijk wel weer cool, sla ik het toetje over en neem ik wat kaas. Reypenaer, zachtblauw en iets met kruiden, wat gebroken crackers en een halve vijg. Bij mijn eerste hap wordt me een doos bonbons onder de neus gehouden, je kan er maar vanaf zijn.
Ondertussen lees ik in de Condé Nast Traveller een heel artikel over vliegtuigcatering, waarin eigenlijk alle consulting chefs zeggen dat de airlines van het restaurant idee moeten afstappen en gewoon lekker eten moeten serveren. Liever 1 goed ding, liefst gestoofd of op soepbasis, en verder niet zeuren. Helemaal mee eens.
De terugweg, KL 612 op dinsdag, biedt weer hele nieuwe verrassingen. Vandaag geen Cees Helder, maar wel gepeperde gerookte zalm, met gerookte St.-Jacobsschelp en gepofte appelpartjes. Ook weer een wonderlijke combinatie (appelpartjes, denk aan stoofpeertjes met kaneel), waarin de coquille volledig smakeloos is, zelfs geen rooksmaak heeft. De bijgeleverde groene salade is volledig bedekt met blauwe kaas, waar ik nu net niet dol op ben. Geen sla dus. Een ander bijgeleverd accessoire, een soort pizzabroodje, blinkt ook uit door smakeloosheid. Het pièce bestaat uit een rundermedaillon met een knoflookkorstje, worteltjes en aardappelpartjes. Het garnituur is volledig anders, nl. tomaat, portobello en jonge mais, het vlees is zo gaar dat het draderig, grijs en smakeloos is. De wederom alleraardigste stewardess ziet me worstelen, en haar suggestie om iets anders in de oven te stoppen grijp ik met beide handen aan. 20 minuten later komt de geroosterde kipfilet met Prosciutto en Fontina, die prima is. Niet te droog, mischien iets te veel broodkruim door de vulling, maar goed op smaak, de sperziebonen hebben zowaar nog een bite!
Ik eet niet alles op, houd nog een beetje plaats voor een stukje kaas om de Zinfandel van Ravenswood (USA, 2002) mee op te maken, maar helaas is er geen kaas geleverd.
Bottom line, het blijft moeilijk. Ik zag geen verschil tussen het menu van Cees Helder en het menu wat waarschijnlijk in Amerika is gemaakt, beiden waren middelmatig. Ik zie wel verschil tussen bepaalde maatschappijen. Thai, Cathay Pacific, Malaysian maken gewoon allemaal lekkerder eten. Mischien leent oosters zich ook wel veel beter voor opwarmen, hoewel de rijsttafel van de KLM van vorig jaar me nog vers in het geheugen voorkomt als een van de slechste vliegtuigmaaltijden ooit. Mijn allerbeste ervaring ooit was aan boord van Continental Airlines, van New York naar Amsterdam, waar ik een prachtig stukje gestoofd rundvlees kreeg in een heel goed gekruide bouillon. Heel simpel, heel lekker.
Ben benieuwd morgen, er zullen vast een miljoen haken en ogen aan zitten.