Eerste stop op weg naar het zonnige zuiden is Parijs. Vroeg uit de veren dus een late lunch kan nog net. Colette, kermis in de Tuilleriën, het is allemaal onderdeel van een vaste riedel, zo ook het uitstekende Kube Hotel, zodat we morgen binnen 2 minuten weer op de snelweg zitten. Alleen, wat te doen voor het diner? “Atelier heeft een nieuwe zaak bij de Champs Ellysees” zegt Ron, “helemaal top”, of zal ik naar een grote brasserie gaan met de kinderen, ook leuk…, nee, vorige keer waren we bij La Coupole, en Au Pied de Cochon vanmiddag was behalve duur eigenlijk helemaal niet lekker. Le Chateaubriand…? Dicht wegens vakantie, L’Astrance…? Best een hoop geld en saai voor de kids. Heeft die oude chef van Ducasse, die daarna naar Hotel Crillon ging, niet een nieuwe zaak, met fine dining en een brasserie…..?
Welkom bij Hotel Thoumieux, rue Saint-Dominique 79. Fine dining** had alleen nog plek voor de lunch en Isabel, hoe raar, vond het geen goed idee als Max en ik gingen lunchen en de dames gingen shoppen (Max en ik vonden het juist een geweldig idee), dus schuiven we om 20.00 uur aan in de brasserie op de parterre. Lange pijpenla met veel spiegels en onduidelijk goud tegen de muren, wat naam en logo blijkt te zijn.
De eerste 15 minuten zijn moeizaam, de ober is druk met anderen, maar daarna maakt hij het goed en brengt ons behalve de kaart en water een uitstekende l’Argile van Domaine de la Rectorie (F, 2009). De kaart is ongelooflijk leuk en origineel en bestaat uit brasserie-eten met een twist. De amuse bestaat uit een plankje brood en een blikje Vache qui rit aux sardines, een soort smeerkaas met een behoorlijke maar lekkere sardinesmaak.
Ik ga voor de carbonara van callemares die super lekker is, alleen verdwijnt de smaak van de callemares, als die al smaak heeft, volledig onder het geweld van room, kaas, spek en ei. We stappen over naar een Condrieu van Yves Cuilleron (F, 2010, lekker jong!), die heerlijk is bij het zuiglam uit Limousin. Een prachtige jus, veel groene kruiden en een mouselinne van aardappel die zo uit l’Atelier lijkt komen, en ik ga de zonde in. Als ik toch zondig dan maar goed, dus ik pak nog even de kazen van Jean-Yves Bordier, wie kent hem niet, mee. De Condrieu, wat een goede keuze (de vrouw houdt nu eenmaal meer van wit dan van rood) is super bij de kazen, het zuurdesembrood en de sublieme zoute boter (ja, ik eet kaas met brood èn boter). Topavond!