Tja, wat valt daar nu over te vertellen. Niet echt veel als je het mij vraagt, want genieten is heel persoonlijk en kent vele invalshoeken en omstandigheden. En daar zit hem nu net de kneep. Er had eigenlijk culinair boven dit stukje moeten staan omdat ik niet genoeg ruimte heb om in te gaan op kunst, natuur, muziek, emotie en wat dies al meer zij (ik hoor je denken, zijn we niet iets vergeten?).
Enfin, culinair genieten is afhankelijk van vele omstandigheden, omgeving, gezelschap, geestelijke en fysieke gesteldheid, ga maar door. Wanneer er ergens wat aan schort kan culinair genot zich tegen je keren, met andere woorden, waar je je op verheugt hebt valt dubbel tegen.
Vaak wordt mij gevraagd, mensen denken dat ik wat weet van eten, wat ik nu vond van dit of dat restaurant. Omdat ik in de loop der jaren wat voorzichtiger ben geworden, ook ik ben onderhevig aan eerder genoemde omstandigheden, reageer ik altijd wat op de vlakte, of, als ik het zelf helemaal te gek vond, direct enthousiast. Het gekke is dat de vrager het of ook helemaal te gek vond en dat met me wil delen, of het juist helemaal niet goed vond. Na het verhaal, al dan niet negatief, aangehoord te hebben, vraag ik vaak wat vooraf ging aan de ervaring, of zelfs wel wat er na afloop is gebeurd. Maar al te vaak blijkt dat kleine details een ervaring hebben verstoord en dat zelden een echte misser is gemaakt. Ik zelf ben net zo hoor, niets menselijks is mij vreemd. De keren dat ik met een slecht gevoel van tafel ben gegaan zijn er best wel veel, maar als ik dan ‘s-nachts in m’n bedje lag, of ook wel de volgende morgen er nog eens over nadacht, kon ik eigenlijk niet zo veel slechts aan het gebodene ontdekken. Wat ik me wel kon herrineren waren het argument met de tafelgenoot, de reservering die niet klopte, de opdringerige gerant of de door de sommelier niet goed geadviseerde wijn, om nog niet te spreken van de rekening die niet klopte en het feit dat ik zonder dat ik nog een medewerker zag mijn jas moest zoeken en het pand verliet.
Okay, dit over restaurants, maar ik geniet natuurlijk ook thuis (ook wel eens niet). De keren dat ik als een dolle heb gekookt en het niet te eten is ligt niet altijd aan het gebodene maar ook vaak aan de omstandigheden. Een kind wat direct gatver begint te roepen, kritiek van mijn liefste zonder dat ze überhaupt iets heeft geproefd (vaak is zij weer uit haar humeur omdat ik heb staan koken in plaats me van me bijvoorbeeld met mijn kinderen te bemoeien), of gewoon de keren dat het echt niet te eten is. Als je dan zelf nog in een super-humeur bent gaat het nog wel, maar als het daar ook al aan schort…
Waar ik zelf van kan genieten zijn ingrediënten, geuren en smaken die me aan dingen doen terug denken, vaak vakanties maar ook wel dingen van heel vroeger, dingen die ik bijvoorbeeld kreeg als ik ziek was, of dingen die ik at of dronk na het schaatsen. Smaken en geuren die een bepaald “weet je nog…” oproepen. Bijvoorbeeld als ik poffertjes eet en ik denk aan de Abcouder kermis (1970), of bij rivierkreeftjes aan een catering uit 1982, waarbij ik de avond vantevoren de hele voorraad met Steven heb opgegeten, of bij meatloaf aan de eerste jaren julius’ traiteurs, of bij ganzelever aan de allerlekkerste terrine ever in Courchevel of bij zuurkool aan de zuurkoolpartys die mijn moeder vroeger gaf (1970-1978) voor mijn vaders verjaardag.
Maar ook de keer dat ik coquilles sta te bakken en Isabel zegt ” we eten toch geen vis hè”, of de keer dat me in een twee-sterren zaak handenwrijvend wordt gevraagd of ik lekker van de dessertjes zit te genieten, of dan de keer dat de tafels naast ons luidruchtig hun liefdesproblemen zaten te bespreken, om nog niet te spreken over de keer dat de chef ons een blik gunde in zijn financiële problemen.
Wat ik heb proberen te leren is om genieten te scheiden van proeven, wat ik bedoel is dat je ergens heerlijk kan hebben gegeten terwijl er een heleboel andere dingen mis waren. Je kunt ook een top-avond hebben gehad terwijl het eten niet okay was. Maar genoten heb je!!!