Ik rijd met vriend Eric de laatste week van zijn Afrika-rally en stap in in Dakar. Na een prachtige tocht door het arme maar mooie Mauretanië passeren we de grens en rijden we het moderne Marokko in.
De wegen zijn ineens goed, er zijn benzinestations en ze nemen euro’s bij gebrek aan dirham’s. Een andere wereld!
Eerste stop is het Tulum hotel in Dakhla. We komen in het donker aan, eten een matig buffet, de vissen zijn 3 uur geleden gefrituurd, en slapen in een hut met een tenten dak. Heel comfortabel, dat wel, maar het water komt uit een bron en ruikt extreem naar zwavel. Als je onder de douche staat lijkt het of er een tray rotte eieren over je heen wordt uitgestort.
Door naar Guilmim waar we in een okay hotel slapen en ‘s avonds aan een prima buffet gaan. Ik neem alleen groentes en salades en het is echt lekker. Het grootste deel van de groep gaat de volgende dag rijden in de duinen maar omdat Eric en ik allebei wachten haten haken we met een paar anderen af en rijden we in het ochtendgloren in één streep naar Marrakesh (of is het nu Marrakech, weet je…, het kan allebei!).
We slapen in het meer dan fijne Palais Ronsard, eten eindelijk weer eens echt lekker en chillen de eerste middag in het hotel. Die avond eten we in Club Jad Mahal, niet geheel toevallig onder dezelfde directie als ons Palais, waar ze niet alleen een prima vegetarische tagine serveren maar het ook wemelt van de vuurspugers, buikdanseressen en ander vertier. Superleuk!
De volgende dag blijkt dat de stad toch echt een half uur rijden is van ons hotel, wat ook meteen het enige nadeel is. We laten ons afzetten bij het beroemde Djeema El Fna plein middenin de stad en worden meteen overvallen door slangenbezweerders, watermannen en apendressuur.
Vreselijk. We wandelen een uurtje door de medina en verbazen ons over het enorme toeristengehalte, zowel in aanbod als in publiek. Alleen de food-afdeling en de koranschool is leuk, de rest kun je overslaan.
We drinken een koffietje in een hotel en gaan lunchen naast de Jad Mahal waar een geweldige sushibar moet zijn. Welnu, die is er natuurlijk niet meer dus in plaats daarvan wordt het een kippetje op de rooftop overlooking La Mamounia. Terug naar het hotel, chillen en ‘s avonds naar het Terrasse des Epices, moet het leukste ding zijn van het dorp… Het is best… De briouatt is prima en het 5 uur gegaarde lam is goed maar ik vind het altijd lastig als er wordt gezegd bij binnenkomst “U heeft gereserveerd om 19:00 dus dat betekent dat u de tafel heeft tot 21:00, daarna mag u in de bar gaan staan. Als we van tafel gaan, keurig op tijd, is het terras nog niet vol. Nog lang niet…
De volgende dag gaan we terug naar de medina want we hebben het idee dat het leuker moet zijn. We huren een gids, Ibrahim, en dat blijkt zomaar de beste gids die ik in mijn leven heb gehad, and i’ve been around! Ontzettend aardige kerel die veel weet, ons niet elke winkel waar hij commissie krijgt insleept, en ook nog eens Nederlands spreekt, wat hij 30 jaar geleden als student heeft opgepikt in Amsterdam. Een super-ervaring die we afsluiten met een extreem lichte lunch in het Mamounia hotel (stuur me een mailtje als je naar Marrakesh gaat en ik stuur je zijn gegevens, echt een aanrader).
La Mamounia, het super-de-luxe hotel waar de vrouw en ik krap 30 jaar geleden op huwelijksreis zijn geweest. Het is ondertussen gerenoveerd en ik herken helemaal niets, maar datzelfde geldt voor de stad Marrakesh, met uitzondering van dat lelijke plein. Het is prachtig dat moet gezegd, maar voor mij ietsje too much.
“s Avonds eten we bij Le Jardin op uitnodiging van jarige Maarten, wat blijkt onder dezelfde directie te varen als Terrasse des Epices maar waar we zo lang mogen zitten als we willen. Da’s overigens niet echt lang want ze serveren hier geen alcohol hahaha. De ansjovis met guacemole is prima maar niet Marokkaans, dat is de zacht-gegaarde lamsschouder wel, beiden zijn prima.
Laatste nacht in Palais Ronsard en dan op naar Fès (of is het nu Fez…?)