Vandaag is de verhuisdag. Na 4 dagen Kaapstad en Camps Bay gaan we een stukje het binnenland in richting Stellenbosch en Fransschoek. Voor de lunch stoppen we bij het prestigieuze wijnhuis Delaire Graff, een half uurtje voor Fransschoek.
De entree is waanzinnig, lange oprijlaan met prachtige bomen en wijnvelden om uiteindelijk te eindigen op de parking van het hoofdgebouw. Er staan wat auto’s, wat golfbuggy’s, allemaal goed verzorgd.
Binnen is er een receptie waar met gemak 100 man in past, die weer uitzicht geeft op de hal waar de wijnen worden gemaakt. We moeten kiezen tussen bar en restaurant, en kiezen voor het laatste. Het zijn een beetje Amerikaanse toestanden hier, elk detail klopt, alles ademt rijkdom en grandeur uit, maar misschien net wat teveel. Zelfs de blokken in de haard liggen volgens een bepaald patroon.
We willen starten met wat oesters, mag eigenlijk niet van Giel en hij heeft gelijk, ze zijn een beetje “milky”. Daarna steak tartare die naar binnen glijdt, of ligt dat aan de mayo?
Met Giel deel ik de passie voor bloemkool en dat zullen we weten. Licht gegaarde bloemkool, eigenlijk nog vrijwel rauw, dus smakeloos, op een berg linzen, met wat rauwe groenten en dikke klodders zoete jam. Idioot gerecht wat we niet opeten, maar dat deert de obers niet. Lang verhaal kort, het ziet er allemaal waanzinnig uit maar dat is het niet!
We gaan naar Franschhoek!