Op een zonnige maandag spreken we af (talking about de G6) in Durgerdam bij de Mark, waar we allen al veel van hebben gehoord maar nog niemand is geweest (Durgerdam ligt 2 km buiten de ring A10 van Amsterdam). De zaak is koud een jaar open, wie de eigenaar is is me niet helemaal duidelijk, maar de zaak staat onder auspiciën van Richard van Oostenbrugge en Thomas Groot (212, de Juwelier, Bistro de la Mer) en keukenchef is Koen Marees (voorheen o.a. Vrienden van Jakob, Le Garage).
De Mark is ook een hotel, we krijgen een tour langs de open keuken met heerlijk open vuur, de ‘honest’ lounge in de kelder waar je als hotelgast uitgebreid kunt pakken uit de open bar als je het maar opschrijft, en volgen de geur van eucalyptus richting wc (omdat het ook een hotel is denken we even dat we in de SPA terecht komen maar da’s dus niet zo). Voor de deur is een smal terras met uitzicht op het water, het is feeëriek.
De menukaart belooft veel, uit is uit, dus Giel roept “we gaan all the way”, wat uiteindelijk ook gebeurt. We krijgen (bijna) de volledige menukaart met dien verstande dat we met zijn 5-en zijn en er van iedere gang 2 porties komen op 5 bordjes.
We starten met brood met een waanzinnig groen smeersel, met direct daarna een soort vegetarische terrine de foie gras, paté van noten en paddenstoelen gerold in koffie, met een compôte van geweckte pruimen en wat getoaste brioche. Heftig (zwaar) maar top.
De tartaar van tomaat heeft waanzinnig veel smaak (zou hier wat watermeloen a la Albert Adrià doorheen zitten?) en de salade met Noordzeekrab, zeesla, krokante kippenhuid en geraspte Polderparmezaan is een culinair orgasme, tjemig wat lekker.
De gepofte rode biet met ijs van Zaanse mosterd en vinaigrette met dennennaalden en framboos geeft precies weer waar het in De Mark om draait, en dat is smaak (aan het einde van de lunch breekt dat ons op, alles heeft zo veel smaak dat het welhaast overweldigend wordt, maar dat ligt meer aan ons, welke gek besteld en proeft alle gerechten van de kaart in 1 sessie….?)
De gegrilde witte asperges met crème van Twentse hooibergkaas, geroosterde pitten en zaden zijn precies wat ze beloven, met dien verstande dat er ook vanille is gebruikt in het gerecht waar we geen van allen dol op zijn.
De gebrande kabeljauw zagen we bij de tour al in olie ‘onder de lamp’ liggen en heeft een perfecte cuisson. Ze komt met geroosterde doperwten, zolderspek en Vin jaune saus wat een volle (super-)smaak aan het gerecht geeft.
Het piepkuiken van de BBQ met cantharellen, daslook en gezouten citroen, is echt supersappig en komt onder onder een avalanche van salade. Heerlijk.
We gaan richting finale, en dat is ook nodig, met lam op 2 manieren (zacht-gegaard èn gebraden) met prei, krokant boekweit en saus van prei met hooi.
We proberen onder het laatste gerecht uit te komen maar dat moet je met varkensrib natuurlijk niet 5 minuten voor het serveren proberen, die staat al lekker te rusten en dat is maar goed ook. Op houtskool geroosterd, met huisgemaakte bloedworst, pastinaak en appel. Ik ben niet van de bloedworst, deze is uitzonderlijk lekker, net zoals het hele gerecht.
Het is wetenschappelijk bewezen, ook al kun je rollen, er is altijd nog plek voor wat zoets… Het wordt de coupe van rabarber en aardbeien met meringue van ‘Hierbas de las Dunas’, maar wel met 5 lepeltjes.
Ik hoef er verder niets meer over te zeggen, gaat allen naar De Mark, het is een feest
De Mark|Durgerdammerdijk 73|Amsterdam