Ik heb er al eens eerder over geschreven, maar in het pittoreske Siem reap (Cambodja) is behalve een bezoek aan Angkor Wat, het beroemde tempelcomplex, niet zo gek veel te doen. De meeste toeristen blijven hier 1, hooguit 2 dagen en gaan dan weer door. Er is een reden om hier lnager te blijven en dat is om in Cuisine Wat Damnak te eten. Chef Joannès Rivière en zijn partner Carole Salmon weten heel goed waar ze het over hebben. Hij blinkt uit in de keuken, en zij in de zaal, en het is geen wonder dat ze bij Asia’s 50 best restaurants horen.
We zijn met een grote groep, 9 man, dus zitten we boven, geen airco, wel fans, prima te doen in januari maar een afrader in de zomer. We starten met een krokante confit van eend met Cambodjaanse aubergine, crème van gebrande knoflook en een condiment van wilde mangostaan, wat mij betreft ook meteen het lekkerste gerecht van de avond (zie boven).
De zelf geïmporteerde Pouilly Fuissé van Cornin (F, 2014) gaat er prima bij, gaat overigens bij alles prima, en we gaan door met langoustine uit de Mekong met kokos, pinda, gedroogde chili, gepofte rijst en wat lokale rauwe groentes. Mooise smaken ook weer hoewel je met die groentes en de daarbij geserveerde kruiden goed moet oppassen, ineens puilt je mond uit van de bittere smaken.
Het lokale kleine visje (crocker fish) in een soepje van groene watermeloen en gerookte knoflook met crème van amaranth (soort quinoa) blinkt weer uit in smaak en balans, vooral die soep is prachtig en drukt de andere smaken totaal niet weg
Het stukje net iets te droog varken, met witte kool, chrysant-takjes, paddenstoelen gegaard in jus van clams en huisgemaakte tofu is gewoon lekker, prima, en de net iets te laat geleverde Pinot Noir uit Australië is ook geen straf en het simpele maar o zo lekkere chocoladedessert met passievrucht en room maakt het diner af.
Angkor Wat en Cuisine Wat Damnak, 2 goede redenen om Siem reap te bezoeken.
Oooh… vergeet ik er een, Sala Lodge, waarover morgen meer!