1. Snijd de coquille-schelpen met een mesje open door de sluitspier aan de platte kant van de schelp door te snijden, en maak ze schoon (dit doe je door je wijsvinger tussen het scharnier en het vlees te steken en met behulp van je duim in 1 vloeiende beweging de rotzooi en het koraal over het vlees weg te trekken).
2. Spoel de coquilles en schep vervolgens met een beetje scherpe lepel de restanten van de sluitspier weg bij het vlees (dit gooi je weg).
3. Snijd de helft van het vlees los van de holle kant van de schelp. In dit snijgleufje prop je een klontje boter (wij hadden de boerenboter van de Lindenhoff), en een volgend klontje leg je op het vlees. Zet alles koud weg en laat je het minimaal een uur voor het grillen buiten de koeling chambreren.
4. Maak een papje van sojasaus met geraspte knoflook.
5. À la minute; schenk een halve theelepel soja/knoflook op de coquille en bedek haar met een donslaagje Parmezaanse kaas. Zet de coquilles op de grill of in de oven totdat ze beginnen te sputteren, haal direct van het vuur, besprenkel met een druppeltje citroensap en bestrooi met wat gesneden peterselie.