Mijn vriend Domingo, de lokale bakker, en getrouwd met mijn vriendin Magda, neemt ons zeker 1 keer per jaar mee uit eten. Traditiegetrouw gaan we dan naar Cal Negre, een obscure bar bij hem in de straat, met een soort terras in de achtertuin. Eigenaar Jordi is niet alleen ontzettend aardig, hij kan ook fabelachtig koken, vooral vis, te danken aan de superverse aanvoer. Gisteravond was het weer zover, en meldden we ons om exact kwart over 9 bij Jordi, nadat we even in de bakkerij hadden gecheckt of Domingo klaar was met het opnemen van al zijn bestellingen. We begonnen met een flesje Call de Roses (E, 2004, chardonnay), wat gekookte mejillones de roca (wilde mossellen), Jordi’s zelfgemaakte ansjovis (ingelegd in zout met een snufje peper, 5 maanden laten wachten, helemaal top), pulpo a la gallega (inktvis), waarna een heerlijke fideau. Fideau is een soort pastaschotel van gebroken spaghetti, gaargekookt in (vis)bouillon, tezamen met in ons geval wat groentes, inktvis en gamba’s. Hierbij Jordi’s zelfgemaakte alioli (aïoli) die hij op geheel ambachtelijk wijze in elkaar draait.
In de ouderwetse vijzel stampt hij 4 tenen knoflook helemaal fijn, dit alleen duurt al een paar minuten, met een snufje zout, en voegt op een gegeven ment druppel voor druppel olijfolie toe, zo’n 400 ml. Er komt geen brood, ei of welk ander ingrediënt dan ook aan te pas, pure olie met knoflook, supergoed. We eindigen met een huisgemaakt flan al coco, een soort zoet, naar kokos smakend blok beton, volledig gemaakt van eieren met gecondenseerde melk, en rollen rond middernacht naar huis. Wij kunnen lekker uitslapen, Domingo staat om 2 uur alweer met zijn barra aan de ovendeur, om eindeloos brood in en uit te schuiven, 7 dagen per week, 363 dagen per jaar (nieuwjaarsdag en de zondag van carnaval is hij dicht).