De laatste avond van ons midweekje besteden we in Barcelona. Slapen in het Mirror-hotel, altijd prima, en eten in Disfrutar, wachtlijst!, Tickets, wachtlijst!, Lasarte, wachtlijst!, EL Niño Vieja, wachtlijst!, Dos Pobrets, Bingo!!
Dos Pebrots is de 2de zaak van Albert Raurich, de oude keukenchef van El Bulli. Na het sluiten van El Bulli is hij in Barcelona Dos Palillos* begonnen, en nu sinds een paar maanden om de hoek Dos Pebrots. Tapas-style gerechtjes en wat hoofdgerechten, die allemaal een historie hebben. Die historie van de gerechten èn de kooktechnieken heeft hij volledig uitgezocht, de gerechtjes wat opgehipt, et voila, een tikkie gezocht maar wel leuk.
Omdat mijn dochter van me houdt, en ik van haar, zitten we ondanks haar slechte knie aan de keukenbar en zitten zodoende 50 cm verwijderd van de boys die staan te koken en een menu’tje voor ons samenstellen. Een paar tapasjes en dan een stukje vlees. We gaan beginnen!
- xarab, verschilende vruchten geïnfuseerd met alcoholica, o.a. sangria, Campari, moscatel en wodka (osmosis, 10de eeuw), geweldig!
- prei met bier en azijn (gegrild, oude Egypte), geweldig.
- gezouten en ingelegde vis, waaronder makreel, horsmakreel, zalm en tonijn (Phoeniciërs deden dit al 2000 voor Christus), tja, het is wat het is.
- tonijn met olie en paprika (de Maragatos deden dit honderden jaren geleden, bestrooien met pimenton, gerookt paprikapoeder, om oude octopus uit Gallicië op weg naar Madrid een beetje op te krikken), superlekker.
- huisgemaakte charcuterie, van rechts naar links; gepekelde varkenstong, zult, varkensbuik, worst, Iberico-type rund, bressaole, best prima.
- ingelegde pompoen, aubergine en venkel, met kappertjes (eerst gegaard, dan in zuur, denk aan de tijd van Alexander de Grote), heerlijk.
- dubbelgedopte tuinbonen in amandelmelk, met olie van koreander en basilicum en en paar druppels balsamico (“el cocinero religioso”, 17de eeuw), geweldig.
- risotto in varkensbouillon, met sferificaties van geitenkefir (eerste opgeschreven rijst-recept ooit, El Libre Del Koch, 1520), top.
- jonge doperwtjes in varkensbouillon, met eidooier, ook top.
- geblakerde ui uit de Josper, met hierin een garum saus van o.a ansjovis en rode wijn, niet geweldig.
- roast potato met handgedraaide alioli (de aardappel is in 1560 in Catalunya geïntroduceerd). De alioli is volledig met de hand gedraaid in een vijzel en bestaat uit uitsluitend knoflook en olie (minimaal 20 minuten vijzelen), superlekker.
- geroosterde rode paprika’s, de zgn. escalivada. Escalivar betekent roosteren. Tot zwart geroosterd dus en daarna door 2 monnikken schoongemaakt, zelden lekkerder gegeten.
- gietijzeren kokendheet pannetje waar je zelf je omelet inmaakt, met olie van o.a. baslicum en ansjovis, niks aan.
- last but not least, het hoofdgerecht, de T-bone, die wij gewoon ribeye noemen.
We zien ‘m al een uur liggen boven de Josper en ineens zegt Okky “als die voor ons is zijn we de sjaak”. “Nee joh, die is vast voor een ander” zeg ik nog, maar ze heeft gelijk. De chef denkt in zijn enthousiasme dat we nog even een kilo vlees gaan eten, niet wetende dat ik sowieso al het leeuwendeel van de gerechten heb gegeten want er waren een paar rare en enge gangetjes bij… We laten ‘m doormidden choppen en hij gaat 5 minuten de Josper in, even rusten en…, ijskoud! Hij gaat even terug, is dan warm en dan blijkt dat mijn tafelgenote de 100-dagen rijping toch iets teveel vind, en ik snap haar.
We buiken uit in het voorportaal met een laatste glas wijn en een op de Rambla gekochte Montecristo No 4. Bijzondere avond in bijzonder gezelschap.